GAFFE - vertaling in Nederlands

blunder
erreur
gaffe
bévue
bourde
faute
bavure
voorzichtig
prudent
attention
doucement
soigneusement
prudemment
délicatement
prudence
en douceur
attentif
vigilant
pas
ne
seulement
attention
récemment
pass
nouvellement
qu'
col
fraîchement
laissez-passer
uitkijken
regarder
attention
chercher
vous attendre
surveiller
prudent
donnent
surplombant
gaffe
avec vue
let
surveiller
faire attention
attention
observer
attentif
regarder
occuper
lettons
tenir compte
boner
gaffe
à bites
oppast
faire attention
prudent
attention
babysitting
veiller
se méfier
prendre garde
faire gaffe
garder
baby-sitting
beter
bien
bon
d'accord
correctement
ok
mieux
beau
meilleur
mal
immobilier
kijk uit
impatients de
nous réjouissons de
hâte de
avec impatience de
recherchent des
regarder dehors

Voorbeelden van het gebruik van Gaffe in het Frans en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Computer category close
  • Programming category close
Je dois faire gaffe.
Ik moest uitkijken.
Gaffe à vos bagues.
Kijk uit met die ringen.
Boyd, gaffe à droite!
Boyd, let op rechts!
Et faites gaffe aux crocodiles.
Pas wel op voor krokodillen.
Amusez-vous bien! Faites gaffe!
Veel plezier, doe voorzichtig!
Mais non, faut juste faire gaffe aux aiguilles et lames de rasoir.
Dat is niet waar. Je moet alleen uitkijken voor spelden en mesjes.
Sommeil colle jock a son corps et gaffe peloté par….
Slapen colle jock heeft zijn lichaam en boner beta….
Gaffe à ta tête.
Let op voor je hoofd.
Gaffe à ce que tu dis!
Pas op je woorden!
Fais gaffe que ça soit pas la Banque de Tahiti.
Als het maar niet de bank van Tahiti is.
En tout cas, fais gaffe à cette injonction.
Wat je ook doet, kijk uit voor dat straatverbod.
Fais très gaffe.
Héél voorzichtig.
Tu devrais faire gaffe.
Je kunt beter uitkijken.
Gaffe à son cou.
Let op zijn nek.
Gaffe à ta gueule, connard!
Pas op je woorden, noordelijke hufter!
Tu fais gaffe à cet argent.
Zorg jij nou maar voor het geld.
Vas-y et fais gaffe.
Stop daar en wees voorzichtig.
L'arme du crime, ça pourrait être une gaffe.
Het moordwapen kan een gaff zijn.
Mais faut faire gaffe.
Maar ik moet uitkijken.
Gaffe à ses burnes.
Let op zijn ballen.
Uitslagen: 127, Tijd: 0.1108

Top woordenboek queries

Frans - Nederlands