L'INSTANT - vertaling in Nederlands

• moment
• nu
• ogenblik
• instant
• momenteel
• even
• voorlopig
• zojuist
• momenten
• nog

Voorbeelden van het gebruik van L'instant in het Frans en hun vertalingen in het Nederlands

Qu'est-ce-qu'on sait pour l'instant?
Wat weten we tot nu toe?

Pour l'instant.
Voor een tijdje.

Oui, pour l'instant.
Ja, voor het oogenblik.

Mais je suppose qu'ils peuvent se débrouiller sans moi pour l'instant.
Maar ik denk dat ze het voor eventjes wel zonder mij af kunnen.

C'est tout pour l'instant.
Dat is het voor 't ogenblik.

Qu'est-ce que vous avez pour l'instant?
Wat hebben jullie tot nu toe?

du moins pour l'instant.
althans voor dit moment.

Du moins, pour l'instant.
Op zijn minst voor dit moment.

Elle est vide pour l'instant.
Niemand is daar voor de moment.

Un instant elle est là et l'instant d'après… elle est partie.
Ene minuut is ze daar en de volgende minuut… gewoon weg.

On a quoi pour l'instant?
Wat hebben we tot nu toe?

Un jour, vous tu t'empareras d'elle complètement, mais pour l'instant.
Op een dag neem je haar totaal over. Maar voor dit moment.

Que pensez-vous du cours, pour l'instant?
Waar denk je dat de lessen over gaan?

Laissez-ça là pour l'instant.
Laat hem voor dit moment.

Nous n'avons aucun tarif sélectionné pour l'instant pour cet itinéraire.
We hebben geen speciale tarieven voor deze route op dit moment.

Jusqu'au jour de l'instant connu"[d'Allah].
Tot de Dag van de bekende tijd.".

Elle savoure juste l'instant.
Ze geniet alleen van het moment.

Pas d'image de spectre pour l'instant.
Geen spectrum voor de moment.

Cela nous amène à l'instant présent.
Dit brengt ons bij de tegenwoordige tijd.

La vie de batterie: L'instant spécifique selon l'environnement d'utilisation.
Levensduur batterij: De specifieke tijd afhankelijk van het gebruiksmilieu.