RENDS - vertaling in Nederlands

maakt
faire
créer
rendre
fabriquer
fabrication
réaliser
réparer
effectuer
permettent
de la création
geef
donner
fournir
offrir
apporter
accorder
laisser
faire
rendre
indiquent
confèrent
terug
revenir
retour
rentrer
récupérer
en arrière
retrouver
dos
remonter
ramener
reprendre
doe
faire
ne
agir
effectuer
mettre
ga
aller
partir
passer
continuer
faire
sortir
commencer
filer
venir
sont
teruggeven
rendre
retourner
restituer
redonner
renvoyer
bewijs
prouver
preuve
démontrer
justifier
rendre
attester
certificats
overgeeft
vomir
rendre
abandonner
livrer
malade
gerber
soumettre
vomissements
remettre
dégueuler
betuig
exprime
adresse
présente
rends
te conjure
voudrais
tiens
t'adjure
témoigne
salue
bezoek
visite
pour visiter
besef

Voorbeelden van het gebruik van Rends in het Frans en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Computer category close
  • Programming category close
Rends-moi mon soutif.
Ga van m'n beha af.
Trouve-la, rapporte-moi ma came et je te rends ta thune.
Vind haar, breng me m'n dope en dan krijg jij je geld terug.
Si vous voulez faire ça, rends-moi mon livre.
Maar als we dit gaan doen, moet je me m'n boek teruggeven.
Ce qui ne nous tue pas nous rends plus forts, hein?
Dat wat ons niet doodt, maakt ons sterker, toch?
Te rends-tu compte?
Besef je wel wat je doet?
Je rends juste service à une amie.
Ik bewijs alleen een dienst aan een vriend.
Je rends juste un service à ce gars.
Ik doe die kerel enkel een plezier.
Si tu te rends, agite ton chandail en I'air.
Als je je overgeeft, zwaai dan met je shirt in de lucht.
Je me rends à Leicester, puis à Coventry.
Ik ga naar Leicester en dan door naar Coventry.
Je vous rends votre livre.
Mag ik u uw boek teruggeven.
Tu me rends Ursula et Junior et je te rends le titre.
Geef mij Ursula en Junior en jij krijgt je akte terug.
Je rends service à ce garçon.
Ik doe die jongen een plezier.
Je te rends service.
Ik bewijs je een dienst.
Si tu te rends, ils te protègeront du FBI.
Als jij je overgeeft, beschermen zij jou tegen de FBI.
Je rends visite au colonel.
Ik ga bij de kolonel op bezoek.
Et maintenant nous sommes différents, ce qui nous rends semblables.
En nu zijn we anders waardoor we hetzelfde zijn.
Dis-moi! Facile. Rends-moi ma vie?
Dat is makkelijk. kan je me mijn leven teruggeven?
Dis-moi où il est, et je te rends ta vie.
Als je vertelt waar hij is, krijg je je leven terug.
Rends lui service.
Doe hem een plezier.
Je te rends service.
Ik bewijs je 'n dienst.
Uitslagen: 818, Tijd: 0.1468

Top woordenboek queries

Frans - Nederlands