Voorbeelden van het gebruik van Afkomen in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik voel een badge op me afkomen.
Ik moet verder van de vloot afkomen.
ik zorg dat we van de pers afkomen.
je zult nooit van me afkomen.
Mooi, dan kan ik ook van jou afkomen.
Nu kan ik van die bijnaam afkomen.
Ontspan je en laat het op je afkomen.
En op dit moment is dat van Whitney Frost afkomen.
Ik zag een grijze auto op me afkomen.
Je zult nooit van me afkomen.
Maar je zult van je bloedprop afkomen.
Je moet van de lichamen afkomen.
ook al zag ik hem op me afkomen.
Als ik jou was… Zou ik snel van deze zooi afkomen.
Ik zag de olifant op je afkomen.
Hoe kon hij op je afkomen?
Ik wil van m'n verkoudheid afkomen.
Ik zag alleen twee koplampen op me afkomen.
Reguliere procedures kunnen volledig van de ziekte afkomen.
Ik zorg wel dat we van hem afkomen. Is er koffie?