AMPER - vertaling in Duits

kaum
nauwelijks
amper
veel
moeilijk
bijna
net
zelden
echt
nooit
nog
nur
alleen
slechts
maar
gewoon
enkel
uitsluitend
even
pas
zomaar
knapp
bijna
net
krap
iets minder dan
ongeveer
minder dan
amper
nauwelijks
kort
nipt
mal
eens
keer
even
ooit
zelfs
maal
nog
vroeger
laten
eenmaal
gerade mal
amper
nog maar net
net even
fast
bijna
vrijwel
haast
nagenoeg
zowat
praktisch
al
gar
helemaal
eens
zelfs
er
echt
nog
zo
nooit
gaar
nauwelijks
noch
nog steeds
er nog
er
weer
zelfs
gerade noch
net nog
nauwelijks
amper
zojuist nog
nog juist
net op tijd
er net
op het nippertje
nu nog
net weer

Voorbeelden van het gebruik van Amper in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Ze was amper 16!
Sie war gerade mal 16!
Ik kon amper naar de wc.
Ich konnte kaum auf die Toilette.
Je hebt amper iets gegeten.
Du hast dein Essen gar nicht angerührt.
Je kunt amper een band verwisselen.
Du kannst nicht mal Reifen wechseln.
Ik heb amper iets gedronken en alleen met Thea gedanst.
Ich hab fast nichts getrunken und nur mit Thea getanzt.
Wat als het einde amper het begin is?
Was, wenn das Ende nur ein Anfang wäre?
Ze zijn amper levend uit Venezuela gekomen.
Sie schafften es gerade noch lebend aus Venezuela.
Je hebt amper iets gegeten.
Du hast noch nichts gegessen.
De oorbellen zijn amper 1/2" in diameter.
Die Ohrringe sind knapp 1/2" Durchmesser.
Ze is amper 15 jaar oud!
Sie ist gerade mal 15 Jahre alt!
Je kinderen kennen je amper en ons huwelijk valt uit elkaar.
Deine Kinder kennen dich kaum, deine Ehe zerbricht.
Heeft amper een woord gezegd in de afgelopen twee jaar.
Hat seit fast zwei Jahren kein Wort gesprochen.
Dat is amper de helft.
Das ist nicht mal die Hälfte.
Ik kan me amper voorstellen hoe dat voelde.
Ich kann mir gar nicht vorstellen, wie sich das angefühlt haben muss.
Je hebt de afgelopen drie dagen amper zeven liter gegeven.
Hast du nur siebeneinhalb Liter in drei Tagen gegeben.
We zijn amper in de eerste fase van de operatie. Opheffen?
Wir sind noch in der ersten Phase der Operation. Aufheben?
Maar ze weet amper dat ik besta.
Sie weiß gerade mal, dass es mich gibt.
Hij is amper ontsnapt en hij is met niets weggekomen.
Er ist knapp entkommen, ohne etwas mitzunehmen.
Je zei amper iets in de auto.
Du hast im Auto kaum was gesagt.
Ik ontsnapte amper met mijn leven.
Ich kam gerade noch mit dem Leben davon.
Uitslagen: 3463, Tijd: 0.0849

Amper in verschillende talen

Top woordenboek queries

Nederlands - Duits