Voorbeelden van het gebruik van Amper nog in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Begin juni werd Hanno erg ziek: hij kon amper nog ademhalen en had ernstige krampen.
Het wordt zo dicht, dat ik het huis amper nog zie.
Ik herken dit land amper nog.
Ze eet amper nog.
U komt amper nog omhoog.
Wat? Krijg ik hem amper nog omhoog?
De koning slaapt amper nog.
Het is al 15 jaar zo en ik herken je amper nog.
mijn traiteurzaak vind ik ook amper nog tijd.
En het laatste wat hij tegen me zei, hij kon amper nog praten.
Ik herken je amper nog.
zul jij je amper nog iets kunnen herinneren.
waar vandaag amper nog over gesproken is;
Ze schijnt amper nog.
We praten amper nog.
We zien je amper nog.
Ze eet amper nog.
We hebben amper nog iets.
Ik heb haar amper nog gezien.
Maar er is amper nog voedsel.