Voorbeelden van het gebruik van Boef in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Vuile boef, geef me alles terug wat je hebt gepikt.
Als de boef iets voorje heeft, dan handel je met hem.
Omdat je een boef bent. Waarom?
Jij bent de boef, zij wil je vangen.
je moet denken als een boef.
Ik ben de boef. Ik.
Een boef die voor me werkt en die denkt dat hij familie van u is.
Ouwe boef die je bent!
Een boef zijn die mensen vermoordt.
Je bent pas een boef als je opgepakt wordt.
Ik vergiftigde je omdat ik een boef ben!
Bruno was een boef.
Ze gaan je ophangen omdatje een boef bent.
Alsof jij de boef bent.
Het duurt nog jaren voor we weten wie de goeie was en wie de boef.
Een boef met creditcards?
Kan een boef tegelijkertijd een goeie vent zijn?
Ga weg, jij kleine boef.
U noemt mij een boef?
Omdatje een boef bent.