Voorbeelden van het gebruik van Bui in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Oké? Je bent in een slechte bui, hè?
Iemand is in een goede bui.
Hij is vast in een vrijgevige bui.
U bent vandaag in 'n vrolijke bui, Mr. Todd.
Ik ben in een goede bui.
Misha heeft een slechte bui.
Je bent in een komische bui.
Ik ben niet in de bui.
Sindsdien is ze in een slechte bui.
is in een vreselijke bui.
Ik denk dat het komt omdat ik nog nooit in zo'n bui ben geweest.
Hij was in een slechte bui.
Ik ben in een vreselijke bui.
Ik ben ook vandaag in een goede bui.
Je bent in een beste bui vanmorgen.
Mateo heeft een slechte bui.
Maar gelukkig… ben ik in een ouderwetse bui.
Jullie zijn allebei in een slechte bui.
hij is in een slechte bui.
Kijk dat dan. Bui.