Voorbeelden van het gebruik van Compleet in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Philipp vertelde me dat de jongen compleet radeloos was toen hij hier aankwam.
Mijn verandering is compleet.
We waren altijd compleet eerlijk.
Ik ben niet compleet seniel.
We zijn onszelf niet zonder je, niet compleet.
Nog niet. Pas als het magnetische kwantumveld compleet is.
Ruiker: Compleet, zacht, harmonisch,
Jij bent compleet gestoord, broeder!
De sectie over onze gevogelde vrienden is zeer compleet.
Dan zijn onze voorbereidingen compleet.
Ik voel me compleet.
Dan is m'n leven compleet.
Maar is nog niet compleet.
Maar ik voelde me compleet onzichtbaar.
Ik ben niet compleet.
Ze zijn compleet anoniem, als het ware.
Beneden? Compleet ingericht, rondom beveiligd.
Kortom, het verslag van mevrouw Peijs is zeer compleet.
Misschien is het voor jou compleet anders.
Nee, Rick. Hij was compleet gek.