Voorbeelden van het gebruik van De vrucht in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
De vrucht is hier zes weken oud.
Het is niet de vrucht van lange arbeid.
De vrucht is een steenvrucht met een
De vrucht is een doosvrucht die zaadloos is of twee zaden bevat.
De vrucht wordt vers
De vrucht wordt gegeten.
De vrucht is een tweedelige splitvrucht.
De vrucht is een verzamelsteenvrucht.
De vrucht is eind september plukrijp
De vrucht is een niet openspringend.
De vrucht is een eenzadig nootje.
De vrucht bevat één grote steenpit.
Pas veel later was de vrucht ook in Europa verkrijgbaar.
De vrucht bevat twee zaadjes.
De vrucht is eivormig
De vrucht is een met aan de top met twee poriën openspringende(dehiscente) doosvrucht.
De vrucht is familie van de komkommer en de meloen.
De vrucht wordt ook wel appelmeloen
De vrucht is rijk aan vitamine C,
De vrucht zijn bessen of doosvruchten.