Voorbeelden van het gebruik van Eigen plek in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Heb je een eigen plek?
We willen graag onze eigen plek.
Ik moet denk ik m'n eigen plek gaan zoeken.
Zoek je eigen plek.
Ze heeft haar eigen plek.
Ze heeft haar eigen plek.
Ik heb mijn eigen plek gekregen.
Ik kan mijn eigen plek vinden.
Misschien wordt het tijd om te gaan wortelen, een eigen plek te vinden.
Zoek je eigen plek.
Je moet er achterkomen waar je thuis hoort, je eigen plek vinden in deze Wereld.
Als we een eigen plek hebben.
Iedereen heeft z'n eigen plek.
Op onze eigen plek.
We wonen samen, maar ik krijg mijn eigen plek.
Ik wil een eigen plek.
Het is fijn om weer m'n eigen plek te hebben.
Iedereen heeft z'n eigen plek.
Ik dacht dat we een eigen plek zouden hebben.
Ik wil mijn eigen plek.