Voorbeelden van het gebruik van Het afscheid in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
In haar dagboek schrijft Anne over het afscheid van haar lerares mw. Kuperus.
Het afscheid was in Casa de Dios.
Laten we Halvor en Iman het afscheid geven dat ze verdienen.
Het afscheid was beladen.
Het afscheid dat het meeste pijn doet, is dat van Fama.
Nog vaker sprak hij over het afscheid dat hij van je nam.
Wij komen voor het afscheid van Mrs Jones.
Het afscheid kan nog even wachten, beste Mergen.
Dit was het afscheid. Dit was het. .
Zo geven we oma het afscheid dat ze verdient.
Het afscheid valt me zwaar.
Is het Afscheid van de Maan al uitgesproken?
Het afscheid van mijn vader voelde zojuist anders.
Dat maakt het afscheid moeilijk.
Waarom moet het afscheid zijn?
Het afscheid was vreselijk
Dat was het laatste afscheid.
Het afscheid met haar vriendinnen, buurt
Het afscheid was traumatisch.
Maar het is tijd voor het afscheid.