Voorbeelden van het gebruik van Het vast in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Zat het vast, of niet?
De bezorger heeft het vast laten vallen.
Je opa heeft het vast veilig opgeborgen.
Hij zal het vast begrijpen.
Dat deed het vast niet.
Ik zal het vast nooit weten.
Ze weet het vast al.
Hij vindt het vast wel erg.
Ze zal het vast ontkennen uit schaamte en angst.
Ofwel komt het vast te zitten, of het spat naar overal.
Hij was het vast niet.
McCulloch heeft het vast al verkocht.
Ik heb het vast niet gehoord.
Je gebruikt het vast om vlekken te verwijderen.
Je bent het vast vergeten, ik heb geen tijd gehad.
Je houdt het vast. totdat het brand in je hand,
Morgen wordt het vast erger.
Je wilt het vast met me uitmaken.
Hij vond het vast raar.
Ze wist het vast niet eens.