Voorbeelden van het gebruik van Hij stierf in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Hij stierf eervol.
Hij stierf op de zelfde dag als de patiënt.
Ze stuurde de brief een dag nadat hij stierf.
Aldus had dit bij zich toen hij stierf.
Om het even wanneer hij stierf, er zouden altijd nieuwe komen.
Hij stierf voordat hij er was.
Hij stierf er in 1827.
Hij stierf. Je deed niets.
Hij stierf in de oorlog.
Hij stierf in de autokoffer.
De nacht nadat hij stierf.
of waardoor hij stierf.
Nadat hij stierf, iedereen wilde een Sarcelle.
Hij stierf in 1646 in Gent.
Voor hij stierf, was m'n broer met Chuck aanvoerder van het football-team.
Hij stierf aan een hartaanval in een lokaal verzorgingstehuis.
Maar hij stierf omdat hij geen code en geen eer had.
Nee, hij stierf op de operatietafel.
Hij stierf in Algerije in '58!
Een telefoontje naar 112 van die kamergenoot net voor hij stierf.