Voorbeelden van het gebruik van Je het moest in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik vond dat je het moest weten.
Ik vond alleen dat je het moest weten.
Creem zei dat je het moest afgeven.
Ik zei dat je het moest openmaken!
Ik vond dat je het moest weten.
Ik dacht dat je het moest weten.
Ik dacht dat je het moest weten.
Ik dacht dat je het moest hebben voor het naar buiten komt.
Ik vond dat je het moest weten.
Ik vond dat je het moest weten.
Ik vond dat je het moest zien.
Ik vond dat je het moest begrijpen.
Maar je wist dat je het moest doen?
Ik zei dat je het moest laten gaan.
Ik vond dat je het moest weten.
Ik zei dat je het moest laten weten
Ik zei dat je het moest vragen.
Bedank Athena dat je het moest brengen.
Federic zei dat je het moest laten ademen.
Ik vond dat je het moest weten.