Voorbeelden van het gebruik van Jouw ding in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik weet dat dit niet echt jouw ding is.
Gay zijn is jouw ding.
is ook niet jouw ding.
Vrije trappen worden jouw ding.
De totem is jouw ding.
Nogmaals, ironie is niet jouw ding.
Oké, het is jouw ding.
Grenzen zijn niet jouw ding.
Ik dacht dat deze kinderen niet jouw ding waren.
Het zal altijd jouw ding blijven.
Het is jouw ding.
Nee. Dit wordt jouw ding.
Technologie? Wat is jouw ding, Freddy?
Dat is jouw ding.
Ik weet dat dat niet jouw ding is.
Ja, maar dat is jouw ding.
Sambadha was niet jouw ding.
Ik snap het. Dat is jouw ding.
Oh, dat was jouw ding.
Dit is jouw ding.