Voorbeelden van het gebruik van Kleinigheid in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Het voelt alsof ik wat vergeet, een kleinigheid.
Het is een kleinigheid.
Dit is geen kleinigheid, en educatie is zeer belangrijk.
Wie trouw is in een kleinigheid, is ook trouw in iets groots.
Een kleinigheid voor jullie.
Het is geen kleinigheid om een actieve federale agent aan te klagen.
Ik laat zo'n kleinigheid… Dat is niet belangrijk.
Stel je voor, zo'n kleinigheid staat tussen ons en onze rijkdom.
Een kleinigheid. Genoeg nou.
Een kleinigheid, maar hopelijk helpt het u.
Een kleinigheid die ik onderweg heb opgepikt. Omkopen?
Stel je voor, zo'n kleinigheid staat tussen ons en onze rijkdom.
Een kleinigheid voor de nieuwe khaleesi.
Uwe Heiligheid, de kleinigheid die me hier bracht is nu opgelost.
En de kleinigheid dat u mijn alibi bent?
We willen je een kleinigheid geven voordat je overgeplaatst word.
Hij verscheen een kleinigheid geagiteerd.
Een mogelijk treffen met de Romulanen is geen kleinigheid.
Mike, serieus, dit is geen kleinigheid.
Ik moet je een kleinigheid vragen.