Voorbeelden van het gebruik van Moeder in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ik ontmoette je moeder in een bar.
Dat advies gaf onze moeder ons op onze huwelijksdag.
Moeder, er staat een Fransman op de trap.
Z'n moeder wist ook niet.
Waarom niet?- Moeder, ze is je rivaal.
Een moeder en een dochter hebben een speciale band.
Je moeder had gelijk.
Je moeder weet wat te doen.
Je moeder, Vance en ik.
Ik wil mijn moeder in de hemel zien.
Mijn moeder waarschuwde me.
Ik wil naar m'n moeder.
En door moeder om hun dochters deugdzaam te houdend.
Moeder van m'n kind.
Hun moeder, vader, tante of oom.
Ja, sir. Moeder is al zo lang overleden.
M'n moeder en ik.
Je moeder geilt op me.
Je moeder maakt zich zorgen om je.
Je bent de moeder van 't duivelskind.