Voorbeelden van het gebruik van Oprotten in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Oprotten, Aaron. Aaron.
Oprotten uit onze buurt!
Jij mag ook oprotten.- Rot op!
Zeg dat ze moeten oprotten.
Dat ze mogen oprotten.
dan kan hij oprotten.
En jij kunt oprotten. Dank u.
En nu oprotten. Ik…!
Oprotten, vuil schorem.
Clarke. Oprotten, Murphy.
Rustig! Oprotten.
Ze kunnen oprotten.
Hij vertelde haar gewoon dat ze moest oprotten, en ik wilde gewoon helpen.
kan je meteen oprotten.
Laat mij oprotten.
En jij kunt oprotten. Dank u.
Nu oprotten, jij. Geen kans.
Oprotten, dan.
Oprotten, met je rotkop!
Laat Mick oprotten.