Voorbeelden van het gebruik van Partner in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Niet als partner of als vriend.
Heb je mijn partner zijn radio gevonden?
Nero 2016 Platinum- De digitale partner voor veeleisende gebruikers.
Ik ben zijn partner.
Het recht van de partner om te werken dient ook te worden verbeterd.
Giselle als jouw partner voor het leven? En neem jij, Elliot?
Mijn nieuwe partner liet me weinig keus.
Voor mijn partner en mij.
Naam partner en badgenummer?
Ik wil je partner zijn.
Denk gewoon dat u als dier een tweede kans krijgt een partner te vinden.
Dankzij onze nieuwe partner in de tequila-zaken, kunnen we ze dat geven.
Herinner je je mijn partner nog van de groepsdate?
Cameron… m'n partner uit de Verenigde Staten.
Ik heb een partner veel te bieden.
De partner van een partner.
We zoeken geen partner.
En hoe heet je partner?
Met drie keer een andere partner. Er deden 40 vrouwen mee aan de seksstudie Enkele afspraken.
Wie? Hauge, de partner van het slachtoffer. Hess?