Voorbeelden van het gebruik van Raadsheer in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Hoe voel je je, raadsheer?
u heeft andere opties tot uw beschikking, nietwaar raadsheer?
Mooi werk, raadsheer.- Graag gedaan.
Occult raadsheer van de Romanov familie.
Dat spijt me, raadsheer, maar dan kan ik het niet negeren.
Raadsheer, we hebben een video van uw cliënt waarin hij kilo's heroïne smokkelt.
Hij was raadsheer van de Portugese koning João II.
Hij was raadsheer aan het provinciaal gerechtshof van Groningen.
Hij was raadsheer van de stad Groningen en gedeputeerde.
Hij was raadsheer bij de Raad van Brabant,
Daarna werkte hij als raadsheer bij het Hof van Holland.
Raadsheer Hines, dat is het wel.
Raadsheer Zarek.
Raadsheer, dat heb ik vast aan u te danken.
Hofleverancier raadsheer Hofwirt en raadsheer Hofwirt… Wel een beetje veel'hof'.
De raadsheer haalt ons over een half uur op voor de parade.
Raadsheer probeert de jury te bevooroordelen.- Bezwaar.
Raadsheer Ma?- Geen bezwaar.
Raadsheer, Nina was tot gisterochtend niet jouw cliënt.
Raadsheer? Edelachtbare, de beschuldiging is ongegrond.