Voorbeelden van het gebruik van Telde in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
In de 19e eeuw telde de Joodse gemeenschap van Ootmarsum circa 100 personen.
Ik telde de maaltijden.
Je pakte z'n hand vast, telde tot drie en jullie sprongen samen.
Ik telde zes vijandige.
Dat telde niet, want je deed dom.
Telde heeft stranden in staat zijn om de schoonheid
In 2001 telde het dorp 385 inwoners.
Het seizoen telde twaalf wedstrijden.
In 2001 telde het dorp 96 inwoners.
Hij telde ze.
Zij telde 13 leden.
Daar telde ik de dagen tot m'n dood af.
Maar dat telde niet omdat je dom deed.
Ik telde er 74, maar ik heb er twee opgegeten. Eigenlijk twee en een half.
Telde wordt de oranje kapitaal voor het tweede opeenvolgende jaar.
De stad telde ongeveer 1.000 inwoners.
Het gezin telde vijf kinderen.
Het parcours telde 21 etappes en een totaal van 3012 kilometer.
Ik telde mijn calorieën en meldde mijn gewicht.
Op 1 januari 2005 telde Den Dungen- Maaskantje 6040 inwoners.