Voorbeelden van het gebruik van Treurig in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
En de ziel is treurig.
Dus zo treurig staan de zaken er in Rusland voor.
Ja. $200? Ik ben treurig en dik?
Het was erg treurig.
Waarom ik? vroeg ze het standbeeld treurig.
De statistieken waarover we nu beschikken geven een treurig en bedroevend beeld.
Niet treurig zijn.
Het is een lang en treurig verhaal.
Zelfs z'n haar ziet er treurig uit.
Zonder jou is dat treurig.
Maar u bent niet treurig.
Ik heb treurig nieuws.
Maar kameraad minister moet niet treurig zijn.
Ik voelde dat Owuor begreep dat dit goede nieuws ook treurig nieuws was.
Ned, volgens mij is ze niet aldoor treurig.
William, wees niet zo treurig.
Omdat ze treurig zijn.
En het boompje was zo treurig.
Ik kan alleen nog een volwassen, treurig liedje zingen.- Nee, het is te laat.
Hij leidt een hoogst treurig bestaan en zit opgesloten in een oud kasteel.