Voorbeelden van het gebruik van Tweede week in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Dit is mijn tweede week.
Tot het einde van de tweede week.
Het is pas de tweede week.
Dit is pas m'n tweede week.
Nee, dit is mijn tweede week.
Tweede week, heb je de pest aan me.
Een tweede week per jaar.
Tweede week achter elkaar.
In de tweede week van gebruik worden tot 93% minder frequente toiletbezoeken waargenomen.
We zijn… Dit is onze tweede week… we hebben nog zo'n 24.
Mijn tweede week na de academie, moest ik mezelf verdedigen. Erover praten.
De tweede week van mijn stage kregen we elf trauma's in één nacht.
De tweede week was het 12, enzovoort enzovoort.
In de tweede week wist ik mezelf te vermannen.
De tweede week was die 19 kilometer.
De tweede week dat we samenwerkten, zag ik waar hij woonde.
En de tweede week nemen ze vrij voor Pasen.
Dat is iets voor in de tweede week.