Voorbeelden van het gebruik van Vliegen in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Op de derde dag vliegen we over Maryland en dan naar Virginia.
Hij leerde vliegen in de Eerste Wereldoorlog.
Dertien uur vliegen.
Je kunt met de lichtsnelheid vliegen maar neemt een taxi?
Ik kan vliegen met een F-302.
Vliegen, klote ding!
Vliegen verf gouden glitter brons 200ml Motip.
We vliegen de jumper in onzichtbare modus hun kelen binnen. Met wat?
Waarom over de Atlantische Oceaan vliegen, 35 jaar geleden?
Je moet vliegen begrijpen, nietwaar?
Het is maar een uur vliegen vanaf Burbank.
Goedkoop vliegen op onchristelijke tijden.
Vliegen tot we aan het einde van de wereld komen.
Zij houdt van vliegen en hij van treinen.
Ik kan vliegen, jij niet.
Vliegen Dj's in vanuit de gehele wereld.
We vliegen op de reservetank!
Jed laag over dit deel van het eiland moet vliegen.
Zodra jij me hebt leren vliegen.
Jouw talent. Wat? Vliegen.