Voorbeelden van het gebruik van Zit op in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ze zit op Claremont Prep.
M'n zoon zit op een kostschool.
Hij zit op een bank met een meisje.
Hij zit op de verkeerde plek.
Hij zit op een andere CTU server.
Nadia Pirlo zit er op.
Ze zit op een ijsbeer.
Zijn bloed zit op mijn hamer.
Je vrouw zit op mijn Wham-O.
Hij zit op Penn.
De exploit zit op z'n laptop.
Zij zit op mijn plek.
Lora zit op je zaak, oom.
The Red Door zit op L-street.
Ik heb een broodje gekregen, maar er zit augurk op.
Hij zit op Brown.
Ja hand zit op m'n heup.
Uw schraapsel zit op m'n jas van Planet Hollywood, Orlando.
Het zit op twee kussens en onze kat.
Ripper zit op een berg fentanyl.