ZIT OP - vertaling in Duits

ist auf
zijn op
zit op
sitzt auf
zitten op
geht auf
gaan naar
lopen op
vloeien voort
zijn van
zitten op
komen op
trakteer op
wandelen op
stappen op
zijn op weg
hat
hebben
krijgen
zitten
befindet sich auf
bevinden zich op
liggen op
zijn op
staan op
zijn gevestigd op
zitten op
zetelen op
liegt auf
liggen op
bevinden zich op
staan op
zitten op
klebt an
arbeitet an
werken aan
werkzaamheden aan
werk op
zijn bezig met
reitet auf
rijden op
paardrijden op
bin auf
zijn op
zit op
sitze auf
zitten op
sitzen auf
zitten op
bist auf
zijn op
zit op
sind auf
zijn op
zit op
liegst auf
liggen op
bevinden zich op
staan op
zitten op
gehst auf
gaan naar
lopen op
vloeien voort
zijn van
zitten op
komen op
trakteer op
wandelen op
stappen op
zijn op weg
gehe auf
gaan naar
lopen op
vloeien voort
zijn van
zitten op
komen op
trakteer op
wandelen op
stappen op
zijn op weg
haben
hebben
krijgen
zitten
habe
hebben
krijgen
zitten

Voorbeelden van het gebruik van Zit op in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Ze zit op Claremont Prep.
Sie geht auf die Claremont Prep.
M'n zoon zit op een kostschool.
Mein Sohn ist auf dem Internat.
Hij zit op een bank met een meisje.
Er sitzt auf einer Bank mit einem Mädchen.
Hij zit op de verkeerde plek.
Er arbeitet an der falschen Stelle.
Hij zit op een andere CTU server.
Es befindet sich auf einem CTU-Server.
Nadia Pirlo zit er op.
Nadia Pirlo hat Blut geleckt.
Ze zit op een ijsbeer.
Sie reitet auf einem Eisbär.
Zijn bloed zit op mijn hamer.
Sein Blut klebt an meinem Hammer.
Je vrouw zit op mijn Wham-O.
Ihre Frau liegt auf meinem Frisbee.
Hij zit op Penn.
Er geht auf die Penn.
De exploit zit op z'n laptop.
Der Exploit ist auf seinem Laptop.
Zij zit op mijn plek.
Sie sitzt auf meinem Platz.
Lora zit op je zaak, oom.
Lora arbeitet an deinem Fall, Onkel.
The Red Door zit op L-street.
The Red Door" befindet sich auf L Straße.
Ik heb een broodje gekregen, maar er zit augurk op.
Die Krankenschwester hat mir ein Sandwich gegeben, aber es hat Gurken.
Hij zit op Brown.
Er geht auf die Brown.
Ja hand zit op m'n heup.
Ihre Hand liegt auf meiner Hüfte.
Uw schraapsel zit op m'n jas van Planet Hollywood, Orlando.
Ihr Dreck ist auf meiner Jacke vom Planet Hollywood, Orlando.
Het zit op twee kussens en onze kat.
Es klebt an unseren Kissen und der Katze.
Ripper zit op een berg fentanyl.
Ripper sitzt auf einer Riesenmenge Fentanyl.
Uitslagen: 1333, Tijd: 0.104

Woord voor woord vertaling

Top woordenboek queries

Nederlands - Duits