Voorbeelden van het gebruik van Been in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Medicine
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Ik heb een chirurg nodig die kijkt naar de brandwonden op zijn been.
We hebben nog een been in de middeleeuwen.
Onder de spier, en bij het been daar.
Ik hink met m'n tong en stotter met m'n been.
Misschien is hij tegen nieuwjaar op de been.
Mijn been doet pijn.
Geef hem een zonder been filet.
Ik heb voorgoed bewezen dat het been machtiger is dan de duim.
Op één been springen.
Uit merg en been.
De metalen schroef in m'n been. M'n been.
Als je erop gaat staan, ben je je been kwijt.
Jou been is niet gebroken. Dank je.
Infarct, diep veneuze trombose in het been, shock.
Je hebt al één been in de stront.
Prestosuchiërs hadden een oogring van been ter bescherming.
Onder de spier, bij het been daar.
Nee, maar haar been bloedt.
Pak zijn been.
Jou been is niet gebroken. Dank je.