Voorbeelden van het gebruik van Echt pijn in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Als we pijn hebben, hebben we echt pijn.
Verlies. Ze zeggen dat je pas echt pijn lijdt bij verlies.
Als er ook echt pijn is om te bestrijden.
Echt pijn!
Dat deed echt pijn.
Je doet ze echt pijn.
Dat doet echt pijn, hè?
Echt pijn.
Die hete pook moet echt pijn hebben gedaan.
Het deed echt pijn.
Echt pijn.
Hij is als, echt, echt pijn.
Het doet echt, echt pijn.
Doet echt pijn, hè? Ow. Ow?
Ik wist dat je hem niet echt pijn zou doen.
Ze had echt pijn.
Ow. Doet echt pijn, hè?
Dit keer doe je me echt pijn, Kimberly.
Harrison ook. En had echt pijn.
Ow. Doet echt pijn, hè?