Voorbeelden van het gebruik van Gezegend in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Ecclesiastic
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Wees gezegend, Elsie, voor je getuigenis.
Geboren uit een moeder, gezegend boven alle andere.
wordt altijd gezegend.
Laat ze gezegend vertrekken.
Vandaag bent u gezegend.
Ik wist niet dat je hier was. Gij zijt gezegend.
Reken uzelf gezegend.
Maar niet voordat ik elk gezegend detail hoorde.
God gezegend.
Gezegend is daarom Allah,
Hoe mooi was jij en hoe gezegend was ik.
Dat is prachtig. God gezegend.
Gezegend is de man die deze stenen onderdelen.
Als kind was ik gezegend.
Okê, ja, u ook gezegend.
Gezegend is de marcherende pelgrimsstam.
Maar hij was niet gezegend met erfgenamen.
Nou hij is gezegend.
Maar de kerk is gezegend.