Voorbeelden van het gebruik van Gezegend in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Gezegend zijn de nieuwsgierigen,
Gezegend bent U onder de vrouwen.
We worden altijd gezegend door uw aanwezigheid.
We zijn misschien gezegend.
bent u gezegend.
Gezegend zijn de Nieuwe Stichters, omdat zij ons in staat stellen te zuiveren.
Gezegend degene die gegeten heeft van het Brood van liefde dat Jezus is.
Gezegend en een leiding voor de werelden.
Is dit gezegend?
Jullie zijn nu allemaal betere mensen om gezegend te zijn met mijn ernst.
Hoe gezegend zul je je VOELEN….
Carlos Cremades ook gezegend de klas.
Het pad voor hem is gezegend!
Gezegend zijn zij die het licht hebben herkend
Gezegend de Zuivere, bestemd voor de Heer.
Ja, we waren gezegend.
Soms vraag ik me af: hoe gezegend ben ik zelf?
Ze heeft het aangeraakt en gezegend.
ben ik meer gezegend dan gij.”.