BLESSED - vertaling in Nederlands

• gezegend
• zalig
• gezegend zij
• gelukkig
• welgelukzalig
• blessed
• zegenden
• zegende
• zegent
• zalige
• zegenen
• zaliger

Voorbeelden van het gebruik van Blessed in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands

Blessed are those who love you, Israel!
Gelukkig zijn zij die je liefhebben, Israël!

And we blessed him as well as Isaac.
En wij zegenden hem en Izaäk;

Blessed be Sin Do.
Gezegend zij Sin Do.

Blessed are you, Simon,
Zalig zijt gij Simon,

I'm blessed is what I am. No.
Ik ben gezegend, dat ben ik. Nee.

He blessed the East Wing and sealed the doors.
Hij zegende de Oostvleugel en verzegelde de deuren.

Children from Blessed Camp have no prospect of good education.
De kinderen uit Blessed Camp hadden geen kans op goed onderwijs.

Blessed are all who take refuge in him.
Welgelukzalig zijn allen, die op Hem betrouwen.

And We blessed him and Isaac.
Wij zegenden hem en Ishaak.

You're so blessed you have nothing to fight for.
Je bent zo gelukkig dat je niets hebt om voor te vechten.

Blessed be the fruit. Welcome.
Welkom. Gezegend zij de vrucht.

Blessed silence.
Zalig stilzwijgen.

Father. I was blessed.
Vader, ik was gezegend.

And he hath blessed, and I cannot reverse it.
Dewijl Hij zegent, zo zal ik het niet keren.

The Lord blessed us all.
De Heer zegende ons allemaal.

Blessed be, for all co-investigators. xxx.
Blessed be, voor alle medespeurders. xxx.

Blessed are the people whose God is the LORD.
Welgelukzalig, is het volk, wiens God de HEERE is.

And We blessed him and Isaac.
En Wij zegenden hem en Ishâq.

Blessed is the man who endures temptation.
Gelukkig is de mens die in de beproeving staande blijft;

Blessed, Thomas, pray for us.
Zalig, Thomas, bid voor ons.