Voorbeelden van het gebruik van Hulpeloos in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Het is een klein, hulpeloos kind.
Zonder teken ben je hulpeloos.
En jij bent hulpeloos.
Grijp ze. Monster?-Hulpeloos?
Zonder haar, zijn de baby's hulpeloos.
Grijp ze. Monster?-Hulpeloos?
Ik voelde me zo hulpeloos met Christopher.
Grijp ze. Monster?-Hulpeloos?
Ik zag iemand sterven en ik was hulpeloos.
Soms is men zo hulpeloos.
Door haar karma is ze hulpeloos.
Maar u bent hulpeloos.
April… Ik voel me zo hulpeloos.
Hij is ziek en hulpeloos.
Overste, die wezens voelen zich niet hulpeloos. La Forge is in groot gevaar.
Hij is hulpeloos, het is nog maar een kind.
Wie dacht dat hulpeloos zijn onze familie bij elkaar houd?
Hij was als een hulpeloos, klein kind met een snotneus op het schoolplein.
Als mensen hulpeloos zijn, richten ze zich op geloof.
Kun je hulpeloos spellen?