Voorbeelden van het gebruik van Hulpeloos in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Wie dacht dat hulpeloos zijn onze familie bij elkaar houd?
Jullie zijn gevangen en hulpeloos, net als de man in de betonnen cel.
Hulpeloos op zee, alsof ik nooit land zou bereiken.
Ze zijn hulpeloos, maar misschien is dat niet erg.
Ik voel me hulpeloos.
Ik weet het niet. Ik was hulpeloos, maar… opgewonden.
We hebben haar zoveel geholpen dat ze hulpeloos is geworden.
Nu is hij hulpeloos.
was ze hulpeloos.
Hij voelt zich hulpeloos.
Dat lukt haar nooit, we zijn hulpeloos.
Ik ben niet hulpeloos.
Ik ben hulpeloos.
Ik voel me zo hulpeloos.
Je was niet hulpeloos.
Ik ben werkelijk hulpeloos.
Ik ben hulpeloos.
Nee, ze zijn hulpeloos zonder groet.
Ze is zo hulpeloos.
We zouden hulpeloos zijn.