Voorbeelden van het gebruik van Bewaker in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Die twee bewaker die in slaap vielen, deden maar alsof.
Bewaker, hoor je me?
Een dode marinier en een gewonde bewaker in het Landon Court Hotel.
De constructie van het voorraadhuisje en de woning van de bewaker zijn afgewerkt.
Ze zeggen dat je de bewaker zowat gedood hebt.
Bewaker vond hem dood vanmorgen.
Iedere bewaker koos een aantal vrouwen.
Bent u de bewaker?
Slachtoffer was een bewaker.
Dus jij hebt die bewaker neergestoken?
Gebruik messen, als de bewaker hen ziet vallen zijn we ontdekt.
Bewaker van de Vlam.
We hebben een video waarin je een bewaker vermoord op een treinwerf.
Wie ben jij, haar bewaker?
Zelfs de BBC, bewaker van een correct taalgebruik,
Bewaker gaf hem zoveel Thorazine dat hij malende was.
Zelfs de bewaker wist dat de Italianen de gevangenis beheerden.
Je hebt al een bewaker vermoord.
Je had gelijk over die bewaker.
Zijne Hoogheid, bewaker van de tradities van Pankot.