Voorbeelden van het gebruik van Dat hij het weet in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Ik wil niet dat hij het weet.
Ik hoop dat hij het weet.
Ik weet zeker dat hij het weet.
Jij wilt dat hij het weet, jij gaat het hem zeggen.
Ik denk dat hij het weet.
Ze wil niet dat hij het weet.
Ik weet dat hij het weet, maar.
Ik denk dat hij het weet.
Hoe kun je ons helpen zonder dat hij het weet?
Daarom heb ik er maar één aangegeven. Ik wil dat hij het weet.
En ik wil niet dat hij het weet.
Zodat ik met haar kan praten, zonder dat hij het weet.
Heeft Nick aan Adalind verteld dat hij het weet?
We moeten Saunders zijn dochter zien te pakken zonder dat hij het weet.
Of bijslapen van een keertje doorzakken zonder dat hij het weet.
Ik ben zelfs niet zeker dat hij het weet.
Alles wat hij weet is dat hij niet weet dat hij het weet.
En wat als ik wil dat hij het weet?
Ik weet dat hij het weet… want ik zat bij die vergadering.