Voorbeelden van het gebruik van Dat was het in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Bedankt, Berta. Dat was het dan.
Dat was het, jij met vleugels.
Dat was het eigenlijk.
Dat was het.
Mijn zet. Dat was het zeker.
Hij keek haar aan, zij keek naar hem en dat was het dan.
Huh… 40 Dozen, dat was het?
En dat was het ook.
Dat was het voor nu.
Nee, dat was het niet. Ga je weg?
Dat was het, een korset.
Dat was het dan.
Goed, dat was het voor vandaag.
Dat was het, of niet?
En dat was het?
Will, dat was het.
Ja, dat was het.
Dat was het Mack.
Dat was het. Klaar?