Voorbeelden van het gebruik van Ik het weet in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Maar ik bel je zodra ik het weet.
Deze keer wil ik alleen dat jij weet dat ik het weet.
ze weet niet dat ik het weet.
Iemand waarvan je niet wil dat ik het weet.
Je weet het, als ik het weet.
Nu dat ik het weet, is al de rest gemakkelijk.
Vraag me niet hoe ik het weet, maar dit is een bom.
Nu ik het weet, kan ik het wel zien.
En voordat ik het weet praat mijn dochter niet meer met mij.
Maar als ik het weet, zal ik het je zeggen.
Omdat ik het weet, hij is politie.
Hoe denk je dat ik het weet, Mr Beale?
Voordat ik het weet, begint hij met 'Cold Rain and Snow.
Maar dat ik het weet maakt geen enkel verschil.