Voorbeelden van het gebruik van Ik wil de waarheid in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Ik wil de waarheid. Anders vraag ik Dukat of hij die los wil krijgen bij je.
Alleen ik wil de waarheid weten over Nestor,
Goed, ik wil de waarheid, Stef. Wat is er met hem aan de hand?
Ik wil de waarheid weten over Kyle,
En dat is 't enige wat ik wil. De waarheid.
Ik wilde de waarheid weten.
Ik wilde de waarheid en die weet ik nu.
Ik wilde de waarheid.
Ik wilde de waarheid weten en die krijg ik ook.
Ik wil de waarheid.
Ik wil de waarheid.
Ik wil de waarheid.
Ik wil de waarheid.
Ik wil de waarheid kennen.
Ik wil de waarheid weten.
Ik wil de waarheid horen.
Ik wil de waarheid achterhalen.
Ik wil de waarheid horen.
Ik wil de waarheid achterhalen.