Voorbeelden van het gebruik van Optillen in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Niet het net optillen. Niet optillen! .
Je kunt een gemeente zo optillen dat ze de hemel beneden zich zien.
Laat ons geloof deze kubus optillen, Heer.
Ik ga je optillen.
Juist… gewoon optillen.
De sneeuw is te dik. Optillen.
Het zal jaren duren voor hij een steen op de juiste manier kan optillen.
Je wilde hem optillen.
Gaat u die optillen?
Even optillen.
Gewoon even je voeten optillen.
Shht, shht, Ik moet je optillen, Ella.
Ik kon een auto optillen.
Je kan best je voeten niet optillen, als je beweegt.
Voet optillen.
Kun je je linkerarm even optillen?
Maar mijn zus begon te moeite hebben met het optillen van haar voet.
Jij moet dat kunnen optillen.
In de ochtend moet je drinken na het optillen van een halve liter.
Het is een zwarte medische universiteit gewijd aan het optillen van de minder bedeelden gemeenschappen.