Voorbeelden van het gebruik van Ouwe jongen in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Hoe gaat het met je, ouwe jongen?
Hoe gaat het met de ouwe jongen?
Welterusten, ouwe jongen.
Al goed, ouwe jongen.
Daar ben je, ouwe jongen.
Absoluut, ouwe jongen.
Wil je komen, ouwe jongen?
Laat haar toch met rust, ouwe jongen.
Nee, ouwe jongen.
Hallo, ouwe jongen.
Dank je, ouwe jongen.
Is dat niet, ouwe jongen?
Hallo, sir Graham, ouwe jongen.
Ik tel op jou, ouwe jongen,… als Vardon en die grote aap van hem het niet kunnen.
Daar is het, ouwe jongen.
Rex, oude jongen, het is tijd dat je naar het feestje gaat.
Deze oude jongen in paars.
Oude jongen, je gezicht wordt rood.
Sam, oude jongen.
Kom op nou, oude jongen.