Voorbeelden van het gebruik van Storm in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Ze komen met de storm.
Het middelpunt van de storm.
Ben is het oog van de storm.
WagerWorks lanceerde ook een spel met achtergrond Siberische storm.
Deze beroemde chernokoren- geneeskrachtige planten, storm muizen.
Storm in de kubus.
Dan zitten we de storm maar uit in de vuurtorenbunker.
Maar vanwege de storm moest ik in de bergen blijven.
Kanonvuur of storm, maakt voor jou niks uit.
De storm sleurde me mee.
De storm in?
De storm komt te dicht bij Matt.
Herinner je de storm in Cancún?
Door een storm op uw kust geworpen.
Als Adam een Serotonin Storm heeft, is dat dodelijk.
Het is de storm. Die verbreekt steeds de verbinding.
De storm was de boosdoener!
De storm kan ik wel aan.
Een storm in een glas water.
In België zorgde de storm voor relatief weinig schade.