Voorbeelden van het gebruik van Telefoon in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Het werkt net als het GPS systeem van je telefoon.
Ze kan niet eens haar telefoon opnemen.
Daarom heb ik ook naar Gino's telefoon gekeken.
Het beloverzicht van haar telefoon is binnen.
Lois Fields' telefoon natrekken.
Ik zat aan de telefoon.
dus tapte jij haar telefoon af.
De telefoon kwam van een tankstation op Palm Avenue en Highway 1.
Wat een video telefoon dan ook moge zijn.
Mijn telefoon is weg.
Je belt niet van de telefoon, die ik je gaf.
Sorry. Telefoon, meneer.
Hij is aan de telefoon met de kanselier en de Britse premier.
Kon ze geen telefoon vinden die uit stond?
Die telefoon die hij nu gebruikt… is van Caitlin.
M'n telefoon is leeg omdat m'n zoon' Doodle Jump' speelde.
De telefoon is nu in gebruik.
Hanks telefoon ging net aan,
Je zat aan de telefoon. Ik wilde niet zomaar binnenvallen.
Blijf bij de telefoon. Ik neem contact met je op.