Voorbeelden van het gebruik van Word wakker in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Word wakker.
Maintenant réveilles-toi.Word wakker, je pist in je broek!
Jeremy, word wakker.
Jeremy, réveille-toi.Word wakker. We zijn aan de school.
Réveille-toi, on est à l'école.Word wakker, Jimmy!
Word wakker, dikzak.
Debout, gros connard.Ee'Char, word wakker.
Ee'Char, réveille-toi.Word wakker, deze mannen willen je spreken.
Réveille-toi. Ces hommes veulent te parler.Word wakker, Katie!
Réveille toi, katie!Word wakker, Los Angeles!
Debout Los Angeles!Rita, word wakker.
Rita, réveille-toi!Word wakker, Michael!
Réveille-toi, Michael!Harrison, word wakker!
Harrison, réveille toi!Word wakker, manzakken!
Debout, bande de flemmards!Jae-hyeok, word wakker.
Jae-hyeok. Réveille-toi!Word wakker. Ik moet met je praten.
Réveille-toi, faut que je te parle.Word wakker, dok. Je kunt slapen
Réveille toi, Doc tu peux dormirWord wakker, je vader is er.
Debout, ton père est là.Kom op, Mike, word wakker.
Allez, Mike. Nom de Dieu, réveille-toi!Word wakker, word wakker.' Hij schudde met z'n gsm.
Réveille-toi, réveille-toi." Il commence à secouer le téléphone.
