ZWEER - vertaling in Frans

jure
zweren
vloeken
beloven
de eed
schelden
ulcère
maagzweer
ulcus
zweren
maagzweren
ulceratie
ulcer
promets
beloven
belofte
toezeggen
beloof
zweren
le jure
zweer het
zweer
beloof
zweer het je
echt
plaie
wond
wonde
plaag
zweer
lastpost
plage
snee
wondgebied
wondgenezing
snijwonden
ulcération
ulceratie
zweervorming
zweren
verzwering
zweertjes
mondzweren
jurez
zweren
vloeken
beloven
de eed
schelden
jures
zweren
vloeken
beloven
de eed
schelden
jurerais
zweren
vloeken
beloven
de eed
schelden
promet
beloven
belofte
toezeggen
beloof
zweren
ulcères
maagzweer
ulcus
zweren
maagzweren
ulceratie
ulcer
promettez
beloven
belofte
toezeggen
beloof
zweren

Voorbeelden van het gebruik van Zweer in het Nederlands en hun vertalingen in het Frans

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Computer category close
  • Programming category close
Maar ik zweer je, geen van ons heeft onze vrouw gedood.
Mais je vous le jure, aucun de nous deux n'a tué notre femme.
Ik zweer dat het een ongeluk was.
Je promet que c'était un accident.
bacteriën maar genezen een zweer niet.
ne guérissent pas les ulcères.
Ik zweer dat Julien er was.
Je jurerais sur une pile de Bibles que ce Julien était ici.
Zweer nu niets dan de waarheid te zeggen.
Maintenant, jurez de dire la verite.
Ik zweer dat ik je dat nooit meer aan zal doen.
Je jures que je ne te ferai plus jamais ça.
Ik zweer dat ik niemand over deze plaats zal vertellen.
J'implore votre clémence et je promets de ne jamais parler à quiconque de cet endroit.
Ik zweer je, Maria, er waren legers engelen.
Je te le jure, Marie, il y avait des armées d'anges.
Waar je ook bent, ik zweer je, we komen eraan.
Où que tu sois, on arrive, je te le promet.
Ik zweer dat er iets was.
Je jurerais avoir vu quelque chose.
Zweer dat u niet met opzet zo stom was.
Jurez que vous ne faisiez pas exprès d'être stupide.
Zweer je van haar te houden en liefhebben?
Promettez-vous de l'aimer et de la chérir?
Ik zweer je, de volgende keer… zal ik die klote kaart onthouden.
Je te promets, la prochaine fois, je mémoriserai cette putain de carte.
Ik zweer plechtig.
Je jures solennellement.
Je vertelt het haar en ik zweer je dat ze gelukkig is.
Tu lui dis, et je te le jure, elle sera heureuse.
Lk zweer dat ik je eerder heb gezien.
Je jurerais t'avoir vu.
Zweer dan op haar nagedachtenis.
Alors, promettez en sa mémoire.
Zweer trouw aan haar.
Jurez allégeance à sa cause.
Harry, zweer dat je niet schiet voor zij het hotel heeft verlaten.
Harry, promets de ne pas commencer à tirer avant qu'elle soit sortie.
Vee, dat zweer ik je.
Vee. Je te le jure.
Uitslagen: 1921, Tijd: 0.0706

Top woordenboek queries

Nederlands - Frans