Voorbeelden van het gebruik van Al geweest in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Altijd al geweest en zal het altijd zijn. .
Altijd al geweest.
Altijd al geweest.
Altijd al geweest en zal altijd zo zijn. .
Altijd al geweest, altijd zullen zijn. .
Altijd al geweest.
Altijd al geweest.
Altijd al geweest?
Altijd al geweest.
Al geweest, al gedaan, ondergekotst.
Met de verandering al geweest voordelen”, Ik commentaar.
Altijd al geweest.
Als ik je dood zou willen, dan was je dat al geweest.
Daar zijn ze al geweest.
altijd al geweest.
Als we je dood wilden op dit moment, was je dat al geweest.
Mijn verjaardag is al geweest.