Voorbeelden van het gebruik van Dat geleerd in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Waar zou ik dat geleerd hebben?
Ja, waar heb je dat geleerd?
Jij hebt hem dat geleerd!
Wie heeft je dat geleerd?
Waar heb je dat geleerd?
Ik heb mijn dochter dat geleerd.
Van wie heb je dat geleerd?
Mijn oma heeft me dat geleerd.
Waar heb je dat geleerd?
Jij hebt me dat geleerd.
Heb ik je dat geleerd?
Ik heb hem dat geleerd.
Waar heb je dat geleerd?
Waar heb je dat geleerd?
Waar heb je dat geleerd?
Jouw vader… Eemeli, heeft mij dat geleerd.
Waar heb je dat geleerd?
En jij hebt me dat geleerd.
En van wie hebben ze dat geleerd?
Ik heb haar dat geleerd.