Voorbeelden van het gebruik van Focus in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Focus op de inhoud, niet op het typen.
Focus op de leerstof en leer het meest.
Focus nu op je innerlijke beest zintuigen.
Focus op uw gezondheid: er mag geen pijn
Focus op de smaak van elk.
Voorgeschiedenis Focus op morgen- van klein bedrijfje naar global player.
Focus op wat het belangrijkst is
Focus Digital Engineer ondersteuning voor klanten.
Focus je tijd, energie,
Focus op hoe uw kind heeft gewerkt om het beste resultaat te bereiken.
Gunny, focus. De zevende man was de laatste?
Focus op het accent dat je wilt imiteren.
Veel handelaren kan alleen echt focus voor een handvol uren achtereen.
Focus op uw bezorgdheid, oplossing van uw productie pijnen.
Focus op nutriënten, niet alleen op ingrediënten.
Focus op het heden en de toekomst.
Focus een paar minuten op dit onderdeel
Focus op je laatste herinnering.
Focus op wat je moet doen
Focus op die waarheid steeds wanneer je naar je stille innerlijke ruimte gaat.