HIJ BEZIT - vertaling in Spaans

posee
bezitten
hebben
beschikken
het bezit
eigen
eigenaar
tiene
hebben
krijgen
er
beschikken
bezitten
moeten
es dueño
bezitten
eigenaar zijn
is het bezit
es propietario
het bezitten
eigenaar zijn
wordt eigenaar
posesión
bezit
bezetenheid
bezitting
eigendom
het bezitten
drugsbezit
eigenaarschap
posea
bezitten
hebben
beschikken
het bezit
eigen
eigenaar
poseen
bezitten
hebben
beschikken
het bezit
eigen
eigenaar
poseía
bezitten
hebben
beschikken
het bezit
eigen
eigenaar
tenía
hebben
krijgen
er
beschikken
bezitten
moeten

Voorbeelden van het gebruik van Hij bezit in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Computer category close
  • Programming category close
Hij bezit een paar casino's.
Él tiene sus propios casinos.
Hij bezit een toren en een gebeeldhouwd voordak.
Cuenta con una torre y un alero tallado.
Hij bezit het land waar Soldala is gebouwd.
Era el dueño de las tierras en que construyeron Soldala.
Alles, wat hij bezit, valt mij toe…
Todo lo que él tiene es para mí…
Hij bezit onder allerlei namen veel gebouwen in heel Phoenix.
Tiene propiedades con distintos nombres por todo Phoenix.
Hij bezit het oude slachthuis.
Es el dueño del antiguo matadero.
Hij bezit dit klotehok.
El dueño de este puto antro.
Hij bezit dit speelhuis, Bennet,
Él es el dueño de este teatro, Bennet,
Hij bezit al Gold Street.
Ya es el dueño de la calle Gold.
Hij bezit geld.
Él tiene dinero.
Hij bezit het vermogen om onder alle omstandigheden hulp te verlenen.
Él tiene poder para ayudarles en cualquier circunstancia.
Hij bezit Turner's bewijs tegen onze klant.
Está en posesión de la evidencia de Turner contra nuestro cliente.
Hij bezit deze en vijf andere clubs.
Es el dueño de este club y de cinco más como este.
Burggraaf Rothermere, hij bezit de Daily Mail.
El Vizconde Rothermere, el dueño del Daily Mail.
Want Hij bezit alle amacht, alle wijsheid,
Porque él tiene todo apoder, toda sabiduría
Hij bezit uraniummijnen.
Dueño de todas esas minas de uranio.
Maar hij bezit en gebruik van een Sonicare tandenborstel.
Sin embargo, él no poseer y utilizar un cepillo de dientes Sonicare.
Hij bezit het paard.
Es el dueño del caballo.
Hij bezit de plek waar je me arresteerde.
El dueño del sitio donde me detuvieron.
Hij bezit het bedrijf dat je verwoestte.
El dueño de la compañía que destruyeron.
Uitslagen: 421, Tijd: 0.1039

Woord voor woord vertaling

Top woordenboek queries

Nederlands - Spaans