Voorbeelden van het gebruik van Hij is het niet in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Ja, maar hij is het niet.
Hij is het niet waard.
Maar hij is het niet alleen.
Nee, hij is het niet.
Nee, hij is het niet.
Nee, hij is het niet.
Maar hij is het niet.
Ja, maar hij is het niet.
Hij is het niet.
Hij is het niet.
Nee, hij is het niet.
Bob, hij is het niet.
Hij is het niet aan het verzinnen, Dave.
Hij is het niet.
Hij is het niet, en ik was er zo zeker van.
Hij is het niet.
En hij is het niet.
Geloof me, hij is het niet.
Hij is het niet.
Maar hij is het niet, dat kan niet. .