Voorbeelden van het gebruik van Ik moet echt in het Nederlands en hun vertalingen in het Spaans
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Computer
-
Programming
Ik moet echt beginnen.
Angie, ik moet echt.
Ik moet echt aandringen dat je onmiddelijk stopt.
Ik moet echt naar de wc.
Ik moet echt 's zorgen dat ik wat slaap krijg.
Ik moet echt plassen, man.
Ik moet echt met hem praten.
En ik moet echt een nieuwe jongen vinden want mijn geheugen speelt met mij.
Sorry, ik moet echt mijn nicht feliciteren.
Ik moet echt gaan.
Ik moet echt aandringen.
Ik moet echt spreken.
Ik moet echt opschieten.
Ik moet echt mijn broertje en zusje op gaan halen.
Sorry, ik moet echt terug naar kantoor.
Nee, ik moet echt met je praten.
Ik moet echt gaan.
Ik moet echt weg, pater.
Ik moet echt weer aan het werk.
Victoria, ik moet echt pap opsporen om het hem te laten zien.